Toelichting bij vraag 1

De hoofdverblijfplaats wordt in principe bepaald bij de ouder bij wie een kind het meeste woont. Een kind moet immers ergens ingeschreven staan. De ouder bij wie het kind staat ingeschreven, ontvangt in de regel ook de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Bij gedeelde zorg (co-ouderschap) kunnen er ook weer andere uitgangspunten gelden. Lees daarover dit artikel.

Toelichting bij vraag 2

Over een verhuizing met minderjarige kinderen moet altijd worden overlegd. Of een ouder wel of geen gezag heeft, doet er niet toe (wilt u meer weten lees dit artikel). U kunt wel concrete afspraken maken over de mogelijkheid tot verhuizen, bijvoorbeeld als zo’n situatie zich mogelijk op korte termijn voor gaat doen. Als er invulling gegeven wordt aan de mogelijkheid tot verhuizen dan kan dat via het invulveld. Als u wilt dat deze invulling op (juridische) juistheid en haalbaarheid getoetst wordt dan kan dat via deze add-on.

Toelichting bij vraag 3

Vaak worden paspoorten en/of ID-kaarten door één van de ouders beheerd. Dat wordt vaak als praktisch gezien. Jullie kunnen echter ook afspreken dat de paspoorten en/of ID-kaarten met de kinderen meereizen. Als vanzelfsprekend is het aan te bevelen hier secuur mee om te gaan, want de kosten van een nieuwe kaart bespaar je je liever. Kinderen van 14 jaar en ouder worden overigens geacht zich te kunnen legitimeren.

Toelichting bij vraag 4

De verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, de omgangsregeling zeg maar, is een belangrijk onderdeel van het ouderschapsplan. Hoe gaan jullie de zorg voor de kinderen verdelen op een manier die goed past bij jullie levens, maar vooral ook goed is voor de kinderen? De kinderen moeten het er namelijk ook mee doen. Lees vooral ook dit [1]artikel. Het is belangrijk voor ouders om je te kunnen verplaatsen in elkaars positie en die van jullie kind of kinderen. Als er voor een regeling gekozen is, kan deze in toekomst worden aangepast of bijgeschaafd als de omstandigheden daar om vragen. Er zal dan altijd weer gekeken worden naar de belangen van alle betrokkenen. Het liefst heb je natuurlijk wel voor een poosje een uitgangspunt waar je vanuit kan gaan. Dat is voor de kinderen fijn en vaak ook wel praktisch vanwege werk et cetera.

Toelichting bij vraag 5

Kinderen kunnen vaak niet alleen reizen van en naar de ouders. Duidelijke afspraken zijn dan ook zeer aan te bevelen. Duidelijkheid is gewenst en helpt goed. Niet iedere ouder is in staat om in alle gevallen vervoer te regelen. Bijvoorbeeld als deze ouder geen auto heeft of geen gebruik kan maken van openbaar vervoer. De afspraken moeten werkbaar en eerlijk voelen. Op die manier zijn ze eenvoudig na te leven en voorkom je teleurstelling of frustraties in de toekomst.

Toelichting bij vraag 6

Naast grote ingrijpende beslissingen zoals verhuizing of schoolkeuze zijn er ook veel kleinere dagelijkse beslissingen die genomen moeten worden. Denk hierbij aan een bezoek aan de kapper of de invulling van de vrije tijd. Het is mogelijk om hier vooraf afspraken over te maken. Wie doet dit en hoe wordt de andere ouder daar bij betrokken?

Toelichting bijlage 7

In de bijlage 1 wordt alvast richting gegeven aan de zaken die het meest voorkomend zijn om af te stemmen. De bijlage 1 is niet verplicht om in te vullen, maar geeft wel een goede houvast. Denk dan aan zaken als lichamelijke verzorging, het dagritme, thuiskomtijden, bedtijd, zakgeld en geregeld wie van de ouders bevoegd is om kleine beslissingen omtrent de persoonlijke verzorging, sport en vrije tijd, medische zorg, muziekles en bijzondere gebeurtenissen te nemen.

Toelichting bij vraag 8

Het is belangrijk dat ouders elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen die gaan over de kinderen. Ook is het als ouder fijn als je elkaar vragen kan stellen als er problemen of moeilijke situaties zijn. Het is belangrijk dat dit gebeurd zonder dat de kinderen bij het gesprek aanwezig zijn. Zo kunnen ouders vrijuit (zie artikel 1) spreken, overleggen en een gezamenlijk standpunt bepalen.

Toelichting bij vraag 9

Overleg dit vooraf met elkaar. Sommige ouders kiezen voor twee keer per jaar controle. Andere ouders vinden één keer per jaar voldoende.

Toelichting bij vraag 10

Minderjarige kinderen zijn gratis meeverzekerd voor ziektekosten. Dit kan maar op de verzekeringspolis van één ouder. De kosten worden in de regel voldaan uit de kinderalimentatie, maar het maken van een aanvullende afspraak is soms nodig (zie bijlage II voor alles over kinderalimentatie).

Toelichting bij vraag 11

PC staat voor parenting coordination. Bij “parenting coordination” wordt er een “parenting coordinator” (verder te noemen “pc”) aangesteld die samen met ouders en kind zoekt naar een oplossing op maat zonder de weg naar de rechter te kiezen. Het traject stelt het belang van het kind altijd voorop. Wanneer de ouders er samen niet uitkomen kan de pc bindende adviezen geven bij eenvoudige geschillen of (niet bindende) aanbevelingen bij grote(re) geschillen. Ouders spreken van tevoren af dat zij zich zullen houden aan een bindend advies. De pc moet wel de bevoegdheid hebben (krijgen van de ouders) om als pc te kunnen optreden. Daarvoor dient de pc-clausule ondertekend te worden. Deze clausule kan dus ook al opgenomen worden in het ouderschapsplan